Ik neem jullie eerst even mee naar LAMU, we verbleven er enkele dagen samen met de mama van Sarah vergezeld van Ludo en Tom, de vriend van Barbara.
Lamu is een Keniaans eilandje in het noorden, dicht bij de Somalische grens. Het eiland staat bekend om het feit dat er meer ezels op rondlopen dan mensen en dat is heel letterlijk te nemen. De koppige diertjes houden het openbare vervoer, zware lastenvervoer en toeristenamusement voor hun rekening. Ze hebben er zelfs een eigen kliniek. De enige auto die er rondrijdt is eigendom van de politie. Dit betekent een labyrinth van kleine, nauwe straatjes waar onze toegewijde Barbara ons feilloos doorgidste. Af en toe moesten we voorrang verlenen aan een ezel of vonden onze teenslippers een zachtere ondergrond... Het gele water waarin Eline haar voeten stevig plantte, bleek toch iets anders te zijn dan afvoerwater van t een of t ander... Het kuststadje vormt echter een idyllisch en heel proper plekje met een gezellig marktpleintje. We waren gelogeerd in een echt swahili huis met groene patio en rustieke kamers.
Op straat werden we her en der aangesproken door zeekapiteinen die ons graag de aanpalende eilandjes en wateren wilden leren kennen. Ludo bleek wederom een prima onderhandelaar en de volgende dag trotseerden we de felle, felle zon op een rasechte Dhow. Dit is een typisch zeilschip met 1 groot zeil zonder motor. Ik bemerkte met enige ongerustheid geen roeispanen en vroeg me af hoe het aan- en afmeren zou gebeuren. De inwoners van Lamu bleken echter echte zeerotten te zijn en visten zelfs ons middagmaal tegen de middag uit zee. De ene vis zag er al wat exotischer uit dan de andere. Tom en Sarah hebben zich dan ook aan een snorkeltochtje gewaagd. We hielden halt aan een drijvend cafeetje en beseften dat het aardse paradijs niet veraf was. Ondertussen barbequeden onze kapitein en zijn fokkemaatje een overheerlijke maaltijd op hun schip. Op de terugweg naar Lamu lieten we ons zonder zeil meevoeren op de stroming, als bij wonder kwamen we perfect op de aanlegsteiger terecht. De zonsondergang maakten we terug op zee mee, deze keer per motorboot. We tuften tussen groene eilandjes tot de zon Lamu slaapwel kuste. Lala Salama oftwel slaapwel.
Kort na Lamu, vertrokken we opnieuw...
Wat is een verblijf in Afrika zonder in de voetsporen van Meryl Streep en Robert Redford te treden en er op safari op uit te trekken. 'Safari' betekent niet voor niets 'reis' int swahili. We kozen voor TANZANIA op aanraden van Eline die 2 jaar geleden al deze trip maakte (en om deze reden deze keer ons niet vergezelde). Maar voor ik de lofzang begin te zingen over de natuurpracht en haar wilde bewoners wil ik toch graag een speciale vermelding maken van de busrit van Mombasa naar Arusha. We waren ons op voorhand bewust van de twijfelachtige kwaliteit van de bus die ons de grens ging overbrengen, maar het was onze enige optie. Onze bus zag er -zacht uitgedrukt- wat afgeleefd uit en rook niet al te fris. Heleen haar stoel voelde wat vochtig aan, Barbara durfde de gordijntjes niet aan te raken en -het meest handige kledingstuk in Afrika- onze kanga deed dienst als beschermhoes over de zetels. Het omdraaien van de contactsleutel ging gepaard met een zwarte rookpluim die achteraan uit de bus werd geschoten, er verspreidde zich simultaan een sterke brandstoflucht en het motorgeluid had nog het meeste weg van een op hol geslagen ducati. En route! Ik hield mijn hart vast bij het schrijlings inhalen van de benzinetankers maar dit alles speelde zich nog af op geasfalteerde weg, weliswaar met her en der behoorlijk diepe putten. Na een tweetal uur ruilden we die echter voor een verharde aardeweg. Het had die nacht goed geregend en de bus kleurde algauw roestbruin. (Dit was ook de kleur die onze bagage kreeg in het ruim, bleek achteraf.) Volgens mijn medereizigers ben ik een angsthaas, dit valt misschien te bevestigen door bronnen op het thuisfront, maar ik overdrijf niet dat ik doodsangsten heb uitgestaan in dat vehikel. Van voor naar achter, van links naar rechts, van boven naar onder, zwalpend over de weg tussen de grootste putten. Het raam naast mij toonde de ene moment de ondergrond en de andere moment de lucht. Ik heb overwogen om de buschauffeur te smeken om wat trager te rijden, maar de Afrikanen rondom ons maakten zich precies niet zoveel zorgen. Bovendien werd een uur van onze bijna 10-uur durende heenreis opgeluisterd door een medicijnman die allerlei wondermiddeltjes tegen o.a. malaria en schimmels aan de man wilde brengen. Maar eens we de grens overstaken, bleek Tanzania een verademing te zijn. De weg lag opeens waterpas, het gras was groener en het landschap glooide zo schoon, de lucht was de helft van zijn vochtigheid kwijt en de temperatuur had een kleine duik genomen. Aah, zalig! Een voorbode van een fantastische tocht door Tanzania's rijkdom. Door 2 rasechte Defenders, met Jackson en Fadhil als drivers, werden we de volgende dag naar het Lake Manyara-park gebracht. De daken van de auto's werden voor de ingang van het park opengeklapt zodat we er konden uithangen als rasechte safaritoeristen (verrekijkers, telelenzen en camouflagekledij incluis). Wat we de daarop volgende dagen te zien kregen valt heel moeilijk onder woorden samen te vatten. Zelfs een foto kan slechts een fractie weergeven van het totaalbeeld. Het is een beetje zoals een poging doen om de Grand Canyon op één foto te krijgen.
We verbleven daarna 2 dagen in het Serengeti-park waar we al 4 dieren van de 'Big Five' te zien kregen. De 'Big Five' bestaat uit de olifant, de buffel, de neushoorn, de leeuw en het luipaard. Er bestaat ook een 'Little Five', maar daar kan Tom wat meer uitleg over geven. Hij was immers de meest leergierige van de groep, de communicator tussen de mensen die met hun hoofd uit het dak hingen en Fadhil, de driver. Onze groep bestond uit een bont, maar heel aangenaam allegaartje. 4 duo's: 1. Alexander, de broer van Barbara, samen met Linde. 2. Sarah samen met Mattias. 3. Barbara samen met Tom en 4. Heleen en ik.
Op de laatste dag van onze safari bezochten we de Ngoro ngoro krater. (Als ik de uitleg goed begrepen heb werd die vulkaankrater zo gedoopt naar het geluid van de koebellen van het vee van de Masaï: ngong ngong.) En daar vonden we de nummer 5, the white Rhino. We kregen maar liefst 7 van die neushoorns te zien!
En maar kijken en genieten en genieten...
Dankuwel!
Met een speciale vermelding voor de safari organisatie: Tanzanature. We werden achteraf door de baas en zijn vrouw bij hen thuis uitgenodigd voor een uiterst sympathiek en lekker diner. We dragen Amos en Lucy echt een warm hart toe!
Veel groetjes en tot binnenkort!
Elisabeth en co
Ps: Beeldmateriaal volgt...
zaterdag 10 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hallo lieve meiden,
BeantwoordenVerwijderenMet enige weemoed lezen we jullie verslag over het samen met jullie verkende Lamu.
De zonsondergang zal ons zeker bijblijven en prijkt nu zelfs in al zijn pracht op de gsm van Ludo.
Het was mooi, het was fijn en dat ook, en zeker, dank zij jullie.
Een lieve zoen voor jullie allen,
Sabine en Ludo
Prachtige reportage van jullie onvergetelijke avonturen in Lamu, Kenia en Tanzania. Ik volg Elisabeth in haar geruststelling door de Afrikaanse buspassagiers, ooit had ik dat eens in een vliegtuig : de anderen waren normaal aan 't babbelen, maar het vliegtuig deed toen WEL een noodlanding .. We zijn benieuwd naar de prentjes van 't Afrikaans Paradijs. Vorige week waren er nog twee ex missiezusters bij mij op bezoek, zeer benieuwd naar jullie verhalen : ik gaf hen jullie blog adres door, ze beloofden af en toe een kaarsje te ontsteken voor jullie heil.
BeantwoordenVerwijderenJeundulder daar !
de Pa van Elisabeth.